Sterrenkunde.nl Sterrenkunde in Nederland
Sterrenkunde.nl wordt verzorgd door de JongerenWerkGroep voor Sterrenkunde
Maan
Huidige maanfase

Komeet Halley


De Engelse sterrenkundige Edmund Halley leefde van 1656 tot 1710. Hij is vooral beroemd geworden door zijn onderzoek naar bewegingen van kometen en zijn bemoeienissen met de publicatie van Isaac Newtons (1642-1727) beroemde werk « Principia».

Halley was in werkelijkheid een van de grootste geleerden van zijn tijd, mogelijk alleen overtroffen door Newton.

Door de zwaartekrachtwetten van Newton te bestuderen kon Halley de banen van kometen berekenen. Newton had in zijn theorie reeds aangegeven dat de banen van kometen parabolen moeten zijn, of veel daarop gelijkende langgerekte ellipsen.

Hij had een manier aangegeven om uit de waargenomen baan langs de hemel de ware baan in de ruimte te berekenen. Zelf had hij die methode op enkele kometen toegepast. Halley ver zamelde nu alle waarnemingen van kometen die hij maar kon vinden. In 1695 begon hij aan de gigantische klus met behulp van Newtons rekenwijze de parabolische banen te berekenen van 24 kometen die sinds de 14e eeuw waren verschenen. Com puters waren er natuurlijk niet; alles moest met pen en en papier gebeuren. Gelukkig was al het werk niet tevergeefs, want na al het gereken deed hij zijn beroemde ontdekking: de kometen van 1531, 1607 en 1682 volgden alle drie zo'n beetje dezelfde baan in de ruimte. Zou het telkens dezelfde komeet geweest kunnen zijn? Hij berekende daarop een elliptische baan die voor deze drie verschijningen zou moeten kloppen en vond toen dat waarschijnlijk ook de komeet uit 1456 erbij hoorde. De tijd tussen de opeenvolgende periheliumpassages (het moment dat de komeet zijn kortste afstand tot de zon bereikte) was weliswaar niet gelijk, maar volgens Halley kwam dit - en terecht - door kleine storingen die door de reuzenplaneten Jupiter en Saturnus werden veroorzaakt. In 1705 publiceerde hij zijn bevindingen in zijn publicatie «A synopsis of the astronomy of comets». Hierin voorspelde Halley dat de komeet eind 1758 opnieuw zou verschijnen. En inderdaad, in de Kerstnacht van 1758 werd de komeet terug gevonden door de Duitse amateur-sterrenkundige Johann Palitzsch. De herontdekking door Palitzsch was in die tijd niets minder dan een sensatie. Komeet Halley was de eerste periodieke komeet die aan de hand van een voorspelling terug gevonden was. Halley zelf was toen al overleden, maar iedereen had het over de komeet van Halley, of kortweg: komeet Halley.

Na die herontdekking in 1758 is de komeet Halley nog drie keer zichtbaar geweest: in 1835, 1910 en 1986. Sinds de ontdekking door Edmund Halley heeft «zijn» komeet dus nog maar vier rondjes om de zon gemaakt! Uiteraard is de komeet Halley ook vóór 1531 verschenen. Toen de omlooptijd eenmaal bekend was, kon men ook in oude ge schriften op zoek gaan naar waarnemingen van deze komeet. Het blijkt dat komeet Halley al in het jaar 240 vóór Christus is waargenomen in China! Sinds die tijd is zij bij elke omloop wel ergens op aarde gezien. Een Babylonisch kleitablet ver meldt een waarneming van de komeet Halley in 164 voor Christus.

Het betreft de op één na oudste waarneming van deze komeet.

Pas zo'n vijftien jaar geleden kon worden vastgesteld dat de beschrijving in spijkerschrift inderdaad betrekking heeft op komeet Halley. Het tablet is te vinden in het British Museum in Londen.

De verschijning van de komeet in 87 voor Christus staat ver meld in een Chinees boek uit de Han-dynastie. Julius Caesar moet deze verschijning van komeet Halley als veertienjarig jongetje gezien hebben.

Een heel beroemde verschijning van komeet Halley is die van 1066. Dat was het jaar waarin Willem de Veroveraar het zuiden van Engeland binnenviel en in de bloedige slag bij Hastings de Engelse koning Harold versloeg. Van de complete veldslag is een enorm borduurwerk gemaakt. Het heeft een lengte van meer dan zeventig meter en een hoogte van een halve meter. Het is waarschijnlijk gemaakt op verzoek van Odon de Conteville, bisschop van Bayeux en halfbroer van Willem de Veroveraar. Het tapijt, dat nog steeds in goede staat verkeert, is te bewonderen in de kathedraal van het Franse stadje Bayeux in Normandië. Dit beroemde «tapijt van Bayeux» is een soort stripverhaal van de Slag bij Hastings. Het verhaal begint in het jaar 1064 en eindigt op 14 oktober 1066. In één gedeelte, ongeveer halverwege, is komeet Halley afgebeeld. Zo heette de komeet toen natuur lijk nog niet, maar het moet haar wel geweest zijn: een ster met een staart, waar men verschrikt van opkijkt en die de val van koning Harald lijkt aan de kondigen. Het is de oudst bekende afbeelding van komeet Halley.

Drie omlopen later, in 1301, vormde komeet Halley opnieuw de inspiratiebron voor een kunstwerk. Dit keer was het de Italiaanse schilder Giotti di Bondone (1266-1337) die gefascineerd raakte door de komeet. Toen hij een jaar later in de Cappella degli Scrovegni van de Santa Maria dell' Arena in Padua zijn beroemde fresco «De aanbidding der Wijzen» schilderde, beeldde hij de ster van Bethlehem af als een komeet. Het kan haast niet anders of Giotti heeft zich hier laten inspireren door de indrukwekkende ver schijning van komeet Halley. In tegenstelling tot de afbeelding op het Tapijt van Bayeux, is de komeet door Giotti di Bondone heel natuurgetrouw weergegeven.

Sinds mensenheugenis worden kometen als onheilsboden gezien. Vaak werden ze verantwoordelijk gehouden voor natuurrampen en oorlogen. Dat lot onderging ook komeet Halley: behalve haar vermeende rol in de nederlaag van de Engelse koning Harold, is deze komeet ook verantwoor delijk gesteld voor de val van Jeruzalem in het jaar 69 omdat drie jaar eerder de komeet in Jeruzalem was waar genomen. Komeet Halley verscheen opnieuw in 451 tijdens de slag bij Chalons toen de Romeinse generaal Aetilus de Hun Attilla versloeg. Ook voor de inval van de Turken in Konstantinopel (het huidige Istanboel) in 1456 kreeg komeet Halley de schuld. Dat bijgeloof is overigens wel voorstel baar. Niemand had ook maar het flauwste idee wat kometen konden zijn en zo'n vlammende staartster kan je dan best de stuipen op het lijf jagen! Maar ook in onze «moderne» twintigste eeuw komt zulk bijgeloof nog voor. Dat bleek bij de verschijning van komeet Halley in 1910. Sterren kundigen hadden toen berekend dat de aarde door de buiten delen van de komeetstaart zou bewegen. Dat leverde geen enkel gevaar op, want de staart van een komeet is immers maar heel ijl. Nog veel ijler dan het beste vacum dat in een laboratorium gemaakt kan worden. Maar er deden wel allerlei wilde verhalen de ronde over de schadelijke invloed van het blauwzuurgas uit de komeetstaart. Mens en dier zouden vergiftigd worden en komeet Halley zou de ondergang van onze beschaving betekenen! Sommige mensen raakten zó in paniek van deze aankondigingen, dat ze de kritieke dag niet wilden afwachten. Er zijn in 1910 heel wat zelfmoorden gepleegd in verband met de verschijning van komeet Halley. Anderen hadden veel geld over voor de geheimzinnige «anti-komeetpillen», die door slimme zakenlui op de markt gebracht waren en die de schadelijke werking van het komeetgas teniet zouden doen.

De bewuste dag ging echter voorbij zonder dat er iets gebeurde en de meeste mensen zullen komeet Halley zelfs niet eens gezien hebben. De komeet was namelijk vanuit ons land nauwelijks waarneembaar. Toen het helder was stond komeet Halley zeer laag boven, of net onder de horizon.

Toch zijn er vrij veel mensen die ervan overtuigd zijn dat zij in 1910 komeet Halley gezien hebben. Omdat de komeet alleen in mei van dat jaar in Nederland aan de ochtend hemel even met het blote oog zichtbaar was, is dat niet erg waarschijnlijk. Wél was in januari 1910 een andere komeet zichtbaar. Dat was de Johannesburg-komeet, genoemd naar de plaats waar zij door een groep mijnwerkers was ontdekt. Deze komeet vormde begin 1910 een schitterende verschijning aan de avondhemel en veel mensen zullen hierdoor in de war zijn geraakt: ze meenden komeet Halley gezien te hebben - die was immers aangekondigd - maar in werkelijkheid was het de «toevallig» passerende Johannes burg-komeet die de show stal.

Hieronder hebben we een overzicht gegeven van alle ver schijningen van komeet Halley vanaf 240 vóór Christus met de datum waarop de komeet zijn kortste afstand tot de zon bereikte (periheliumafstand), de omlooptijd van de komeet op dat moment, de datum waarop komeet Halley zijn kleinste afstand tot de aarde bereikte en die afstand in astronomische eenheden (een astronomische eenheid is de gemiddelde afstand van de aarde tot de zon en bedraagt bijna 150 miljoen kilometer).

jaar datum omlooptijd kortste afstand tot aarde 164 v Chr. 12 nov 76,9 jaar 28 sep 0,11 AE 87 v Chr. 6 aug 77,1 jaar 27 jul 0,44 AE 12 v Chr. 10 okt 76,3 jaar 9 sep 0,16 AE 66 25 jan 76,5 jaar 20 mrt 0,25 AE ¿  : ‘ jaar datum omlooptijd kortste afstand tot aarde 141 22 mrt 77,2 jaar 21 apr 0,17 AE 218 17 mei 77,4 jaar 30 mei 0,42 AE 295 20 apr 79,1 jaar 11 mei 0,32 AE 374 16 feb 78,8 jaar 1 apr 0,09 AE 451 28 jun 79,3 jaar 30 jun 0,49 AE 530 27 sep 78,9 jaar 2 sep 0,28 AE 607 15 mrt 77,5 jaar 19 apr 0,09 AE 684 2 okt 77,6 jaar 6 sep 0,26 AE 760 20 mei 77,0 jaar 2 jun 0,41 AE 837 28 feb 76,9 jaar 10 apr 0,03 AE 912 18 jul 77,4 jaar 15 jul 0,49 AE 989 5 sep 77,1 jaar 20 aug 0,39 AE 1066 20 mrt 79,3 jaar 23 apr 0,10 AE 1145 18 apr 79,0 jaar 12 mei 0,27 AE 1222 28 sep 79,1 jaar 5 sep 0,31 AE 1301 25 okt 79,1 jaar 23 sep 0,18 AE 1378 10 nov 77,8 jaar 3 okt 0,12 AE 1456 9 jun 77,1 jaar 18 jun 0,45 AE ¿  : ‘ jaar datum omlooptijd kortste afstand tot aarde 1531 26 aug 76,5 jaar 14 aug 0,44 AE 1607 27 okt 76,1 jaar 29 sep 0,24 AE 1682 15 sep 77,4 jaar 31 aug 0,42 AE 1759 13 mrt 76,9 jaar 26 apr 0,12 AE 1835 16 nov 76,3 jaar 12 okt 0,19 AE 1910 20 apr 76,1 jaar 20 mei 0,15 AE 1986 9 feb 76,0 jaar 10 apr 0,42 AE
Zoals je ziet schommelt de omlooptijd een beetje. Halley wist al dat dit komt door storende invloeden van de grote planeten, vooral Jupiter en Saturnus. Al deze storingen zijn nauwkeurig te berekenen en met ingewikkelde computer programma's is precies te bepalen hoe de omlooptijd van komeet Halley in de loop der eeuwen is veranderd. Zo'n 1200 jaar vóór Christus bedroeg de omlooptijd slechts 67,7 jaar, maar rond 400 voor Christus was die gestegen tot ongeveer 76 jaar. In de vijfde eeuw van onze jaar telling had komeet Halley maar liefst 79« jaar nodig om zijn baan rond de zon te doorlopen; daarna is de omloop tijd gemiddeld weer gedaald tot 75,6 jaar.

Uit de lijst blijkt dat komeet Halley bij vier naderingen de aarde tot op 0,1 astronomische eenheid (AE) of minder is genaderd (eigenlijk drie, want de kortste nadering op 23 april 1066 bedroeg 0,1043 AE). We zetten de gegevens van deze vier kortste naderingen nog eens op een rijtje.

Van links naar rechts vind je de datum van de kleinste afstand tot de aarde; vervolgens die afstand in AE én tussen haakjes in miljoenen kilometers, vervolgens zijn globale positie aan de hemel (in Rechte Klimming en decli natie en tenslotte de elongatie van de komeet (dat is de schijbare afstand tot de zon in graden).

datum kortste nadering RK decl. elongatie 10 apr 837 0,0334 AE ( 5,0) 16,0h -52° 139° 1 apr 374 0,0884 AE (13,2) 15,8h -32° 150° 19 apr 607 0,0898 AE (13,4) 4,6h +38° 28° 23 apr 1066 0,1043 AE (15,6) 4,7h +27° 22° Tijdens zijn dichtste nadering in het jaar 837 bereikte komeet Halley mogelijk een helderheid van magnitude -4   -5 (twee tot driemaal zo helder dan de planeet Venus) en een staartlengte van minstens 80 graden. Voor waarnemers in Australië waren de omstandigheden ideaal. De komeet stond daar nabij het zenit (dat is het punt recht boven het hoofd van de waarnemer).

De zichtbaarheid van komeet Halley bij de passage in 1986 was voor waarnemers in Noord- en Midden-Europa erg ongunstig. De beste omstandigheden deden zich voor in januari 1986 toen de komeet als een wazig vlekje van magnitude vier zichtbaar was aan de avondhemel. Tenminste als de weersomstandigheden het hadden toegelaten, want die waren vreselijk slecht. Om de mensen toch de mogelijk heid te bieden de komeet waar te nemen organiseerde de Volkssterrenwacht Simon Stevin op 7 januari 1986 vlieg tochten boven de Noordzee. De interesse hiervoor was zó groot, dat maar liefst negen toestellen nodig waren om de in totaal 2000 belangstellenden - waaronder prinses Margriet en mr. Pieter van Vollenhoven - vanuit de lucht de mogelijkheid te geven komeet Halley kort na zonsonder gang in het zuidwesten te vinden. Dat de heldere planeet Jupiter nodig was als baken voor het zoeken van de komeet geeft al aan dat het geen opvallende verschijning was.

Enkele mensen hebben zelfs vanuit deze vliegtuigen tever geefs geprobeerd komeet Halley te vinden.

De beroepsastronomen hebben alle krachten gebundeld om de komeet Halley bij de passage in 1986 zo goed mogelijk te kunnen waarnemen. Om alle waarnemingen vanaf de aarde te coördineren en er wetenschappelijk gezien het meeste rendement uit te halen, werd al in 1979 de International Halley Watch (IHW) opgericht. In 1982 werd deze organisatie ook door de Internationale Astronomische Unie (IAU) erkend als dé organisatie om de Halley-activiteiten te bundelen.

Er werden twee kantoren ingericht om de werkzaamheden in goede banen te leiden: een in Pasadena in de Amerikaanse staat Californië voor alle waarnemingen vanaf het Westelijk halfrond en een in Bamberg in Duitsland voor waarnemingen vanaf het Oostelijk halfrond. Verder was er een stuurgroep met zo'n dertig leden uit tien landen die de waarnemings programma's moesten selecteren en coördineren. Daarnaast waren er ook nog eens zeven werkgroepen voor afzonderlijke onderzoeksgebieden met in totaal ruim 700 medewerkers uit meer dan veertig landen. Het onderzoek van komeet Halley is een prachtig voorbeeld van uitstekende internationale samen werking. De verschijning van komeet Halley was dan ook de meest intensief waargenomen astronomische gebeurtenis aller tijden! Niet alleen vanaf de aarde, maar ook vanuit de ruimte. De verwachtingen betreffende de resultaten waren daarom dan ook bijzonder hoog gespannen.

Maar liefst vier ruimtevaartorganisaties hebben samen gewerkt aan ruimtemissies naar komeet Halley. Dat waren Intercosmos van de Academie voor Wetenschappen van de USSR (de voormalige Sovjet-Unie), het Japanse Institute of Space and Astronautical Science (ISAS), de Amerikaanse NASA en de Europese ruimtevaartorganisatie ESA. Deze vier organisaties kwamen in 1981 overeen de Inter-Agency Consultative Group (IACG) te vormen, die als taak had op informele wijze alle zaken aangaande de ruimtemissies naar komeet Halley te coördineren. De IACG betekende een doorbraak op het gebied van samenwerking in de ruimtevaart waarbij de Russische Intercosmos en de Amerikaanse NASA betrokken waren, in een tijd dat er nauwelijks sprake was van enige uitwisseling tussen hoogwaardige technologische gegevens tussen deze twee grote mogendheden.

Maar liefst vijf ruimtesondes zijn gelanceerd voor onder zoek van de komeet. Hieronder een overzicht van deze ruimte sondes met achtereenvolgens de naam van de sonde, het land of de organisatie, datum van lancering, datum van kortste nadering, kortste afstand in kilometers en de snelheid ten opzichte van komeet Halley. Merk op hoe ontzettend groot deze relatieve snelheid is.

De Verenigde Staten zijn de grote afwezigen bij het ruimte onderzoek van de komeet. Ingrijpende bezuinigingen hebben er toe geleid dat Amerika geen eigen Halley-sonde heeft gelanceerd. Men probeerde de schade echter in te halen door komeet Halley zo intensief mogelijk waar te nemen met andere satellieten en ruimtesondes.

Vega is een samentrekking van Venera-Galley (de Russische namen van Venus en Halley). Zoals de naam aangeeft hadden deze ruimtesondes een tweeledig doel. Eerst moesten zij na hun lancering in december 1984 naar Venus reizen om daar in juni 1985 capsules op het oppervlak te deponeren.

Vervolgens werden zij met behulp van de aantrekkingskracht van Venus in een baan gebracht die ze naar de ontmoeting met komeet Halley voerde.

De vlucht van de Japanse Suisei was in hoofdzaak bedoeld als een soort generale repetitie voor de Sakigake-sonde, de tweede Japanse missie. De Sakigake was de eigenlijke Japanse Halley-missie en had tot taak het gedrag van de coma tijdens de nadering met de zon te onderzoeken. Daarvoor was een ultraviolette camera met een scheidend vermogen van 30 kilometer op 100.000 kilometer afstand en een deeltjes detector voor het zonnewindplasma aan boord meegenomen.

De ruimtesonde Giotti van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA en genoemd naar de Florentijnse schilder Giotti di Bondone - die de komeet in 1301 had gezien en deze een jaar later afbeeldde in zijn fresco «De aanbidding der Wijzen» moest de kern van komeet Halley tot op enkele honderden kilometers naderen. Daarbij werd gebruik gemaakt van de enkele dagen eerder verkregen waarnemingen van de Russische Vega's om de koers van Giotti ten opzichte van de komeet zo nodig bij te sturen. De Giotti-ruimtesonde bevatte onder meer een kleuren televisiecamera met een scheidend vermogen van ongeveer vijftig meter op duizend kilometer afstand, drie spectrometers voor het onderzoek van geladen en neutrale deeltjes en van magneetvelden.

Dankzij de televisiecamera aan boord van de Giotti konden in de nacht van 13 op 14 maart 1986 miljoenen mensen in tientallen landen over de gehele wereld de historische ontmoeting tussen de Europese sonde Giotti en de beroemde komeet Halley op de televisie volgen. Alleen al in West Europa bleven vele miljoenen mensen tot diep in de nacht op om de spectaculaire beelden op hun eigen huiskamerscherm te zien verschijnen toen de komeetsonde met een snelheid van meer dan 68 kilometer per seconde, ofwel ruim 246.000 kilometer per uur (!) op komeet Halley afraasde.

Een van de belangrijkste resultaten van het ruimteonderzoek van komeet Halley is dat er inderdaad een komeetkern bestaat.

Het zogenaamde «vuile sneeuwbal»-model van een komeetkern, was in 1950 opgesteld door de Amerikaanse sterrenkundige Fred Whipple en weliswaar door iedereen aanvaard, maar voor dat de VEGA's en de Giotti de kern echt hadden gezien, was die vuile sneeuwbal niet meer dan een goed onderbouwde hypothese. Een bevestiging van iets dat iedereen eigenlijk al aannam is misschien niet zo spectaculair als een onver wachte ontdekking, maar voor de wetenschap zeker even interessant.

De kern zag er overigens geheel anders uit dan algemeen was aangenomen. Om de een of andere reden was men altijd van een bolvormige kern uitgegaan. De kern van komeet Halley bleek echter niet bolvormig maar langwerpig te zijn. Zijn lengte was bijna twee keer zo groot als zijn breedte. Ook was de kern veel groter dan tot dan toe was verondersteld: in plaats van een middellijn van ongeveer vier kilometer bleek de kern van komeet Halley wel vijftien kilometer lang te zijn.

Giotti heeft de meest gedetailleerde foto's van de kern ge maakt. Doordat de camera enkele seconden voor de kortste nadering bezweek onder het geweld van de komeet, zijn alleen opnamen van één «halfrond» van de komeetkern gemaakt. Op de Giotti-opnamen is de rand van de kern het best te zien aan de onverlichte helft. De zonverlichte zijde van de kern wordt namelijk geheel gedomineerd door geweldige stof fonteinen. Het stof verstrooit het zonlicht zeer sterk waardoor de stoffonteinen veel helderder waren dan de donkere komeetkern. Aan de zonverlichte kant kon de be grenzing van de kern dan ook niet met zekerheid worden vastgesteld, waardoor de breedte van de kern uit de Giotti opnamen niet nauwkeurig bepaald kon worden.

Erg veel oppervlaktedetails zijn niet gefotografeerd, maar Giotti heeft wel laten zien dat het terrein vrij ruw is, met hoogteverschillen van enkele honderden meters en hellingen van maximaal vijftien graden. Nabij de terminator - de scheidingslijn tussen dag en nacht - nam Giotti een heldere plek waar; vermoedelijk een «bergtop» op het komeet oppervlak die door de zon werd beschenen. Verder zijn er ook min of meer cirkelvormige structuren ontdekt, die op kraters lijken. Het zijn vrijwel zeker geen inslagkraters, maar ronde inzakkingsstructuren die ontstaan zijn toen stof- en gas fonteinen uit de kern wegstroomden. Nabij de noordelijke punt van de langwerpige kern werden zulke kraters van enkele honderden meters middellijn gezien, die elk geassocieerd leken te zijn met een klein stoffonteintje.

Opvallend was dat de activiteit van de komeet alleen voor kwam op de door de zon verlichte zijde. Bovendien was er maar een betrekkelijk klein deel van het totale oppervlak van de komeet actief: ongeveer tien procent. Hieruit trok men de conclusie dat de opbouw van de komeetkern niet erg homogeen kon zijn. Op sommige plaatsen moet in verhouding veel minder ijs voorkomen dan op andere plaatsen.

De komeetkern zelf bleek extreem donker te zijn. Hij weer kaatst niet meer dan ongeveer drie procent van de opvallende hoeveelheid zonlicht. We zeggen dat het albedo niet meer dan ongeveer drie procent bedraagt. Daarmee behoort de kern van komeet Halley tot de allerdonkerste objecten die we in het zonnestelsel kennen. Een mogelijke verklaring is aan te nemen dat de komeet een donkere, isolerende korst heeft, die uit minder vluchtige bestanddelen bestaat. De komeet was immers Šn veel donkerder Šn veel groter dan werd aan genomen. Als er geen isolerende korst zou zijn, zou de productie van gas en stof als gevolg van die sterke stralingsabsorptie ongeveer een factor tien hoger moeten zijn dan feitelijk werd aangenomen. Een donkere korst zal aan de buitenzijde ook erg warm moeten worden: - op een afstand waar komeet Halley zich tijdens het bezoek van de ruimtesonde bevond, zou een oppervlaktetemperatuur van minstens 130 graden Celcius mogen worden verwacht.

Op sommige plaatsen, waar de korst dunner is dan gemiddeld, zal de zonnewarmte tot in het inwendige van de komeet door dringen en verdamping van ijs veroorzaken. De gevormde water damp (en andere gassen) zal zich door de korst een weg naar buiten banen, waarbij veel stof wordt meegenomen. Op die manier ontstonden de waargenomen stof- en gasfonteinen die weer uitdoofden toen het actieve gebied van de zon was afge keerd en de temperatuur zakte.

Dat niet het hele inwendige van komeet Halley actief is - de fonteinen beslaan zoals vermeld slechts 10% van het komeetoppervlak - komt doordat de korst op veel plaatsen wel dik genoeg is om de zonnewarmte afdoende tegen te houden.

Op foto's die door de VEGA's zijn gemaakt van de kern van komeet Halley (in totaal ongeveer 1500, waarvan op 70 de kern zichtbaar is) zien we natuurlijk minder details dan op de Giotti-opnamen, omdat hun baan minder dicht langs de kern voerde. Ze zijn wel vanuit sterk wisselende gezichtshoeken genomen. De VEGA's bleven buiten het allerbinnenste deel van de coma en hadden dan ook minder te lijden van de invloed van stofdeeltjes. Hierdoor konden foto's gemaakt worden vóór, tijdens en na de dichtste nadering. Op die manier kon de ruimtelijke vorm van de komeetkern bepaald worden: volgens het VEGA-team bedragen de afmetingen van de lang werpige komeetkern 14 x 7« x 7« kilometer, met ongeveer één kilometer onzekerheid in elke dimensie. Door de foto's van de twee VEGA's onderling te vergelijken, kon ook de rotatieduur van de komeetkern worden vastgesteld; die bedraagt ongeveer 53 uur, wat in goede overeenstemming is met waarnemingen vanaf de aarde.

Uit waarnemingen met de NMS (Neutral Mass Spectrometer) aan boord van de Giotti blijkt waterdamp, zoals ook verwacht, het meest op de komeet voor te komen. Naar volume ongeveer tachtig procent. Op een afstand van duizend kilometer van de kern werd een waterdampdichtheid gemeten van 47 miljoen moleculen per kubieke centimeter. De expansiesnelheid van neutrale gasdeeltjes bedroeg iets minder dan één kilometer per seconde. De totale gasproductie werd bepaald op 15.000 kilogram per seconde, ofwel 15 ton per seconde! Onder invloed van de zonnestraling werd waterdamp afgebroken tot afzonder lijke waterstof- en zuurstofatomen. Dat gebeurde op ongeveer 40.000 kilometer afstand van de kern.

De sensoren van het stofdetectiesysteem DIDSY (Dust Impact Detection System) bevonden zich op het buitenste stofschild van de Giotti. Sensoren op het tweede schild konden de inslag van zwaardere deeltjes registreren die het eerste schild doorboord hadden. Met zwaardere deeltjes bedoelen we stofdeeltjes van één microgram (éénmiljoenste gram) tot 1 milligram (éénduizendste gram). Dat deze microscopisch kleine stofdeeltjes het eerste stofschild konden doorboren kwam door de extreem hoge snelheid van die deeltjes ten opzichte van de Giotti (68,4 kilometer per seconde, ofwel ruim 246.000 kilometer per uur). De eerste stofdetecties vonden plaats op een kleine 300.000 kilometer afstand van de kern. Op het moment van dichtste nadering werden natuur lijk de grootste stofconcentraties gemeten. Uit de waar nemingen kon een totale stofproductie van de komeet worden afgeleid van ongeveer 3100 kilogram per seconde. Hoewel er meer lichte stofdeeltjes voorkwamen dan werd verwacht, was de totale stofmassa die het stofdetectiesysteem registreerde (ergens tussen 0,1 en 1 gram verdeeld over zo'n 12.000 stof deeltjes) vrijwel geheel geconcentreerd in enkele «zware» deeltjes.

De vlucht van Giotti en van de vier andere komeetverkenners heeft een rijke wetenschappelijke oogst opgeleverd. Voor veel onderzoekers was de ontmoeting met de kern van komeet Halley een complete verrassing, die veel onverwachte eigen schappen van de komeet aan het licht bracht. Voorbeelden daarvan zijn de onregelmatige vorm, het extreem lage reflectievermogen en het feit dat de stofverdeling anders was dan werd verwacht, met het meeste stof dicht bij de komeetkern. Een ruimtesonde met een snelheid van bijna 70 kilometer per seconde door zo'n «muur van stof» heen sturen lijkt gekkenwerk, maar de resultaten hebben de gewaagde onderneming geheel gerechtvaardigd. Giotti gaat de geschiedenis in als de grote pionier op het gebied van het ruimteonderzoek van kometen en komeet Halley zal in de toekomst zeker met andere ogen bekeken worden.

De eerstvolgende periheliumpassages van komeet Halley zijn berekend voor 28 juli 2061 en 27 maart 2134. Bij de eerstvolgende verschijning zal komeet Halley de aarde naderen tot op 0,48 astronomische eenheid. Dat zal zijn op 29 juli 2061. Maar de verschijning in het jaar 2134 zal weer bijzonder zijn. De komeet zal de aarde dan naderen tot een afstand van slechts 0,09 astronomische eenheid (ca. 13« miljoen kilometer)! Zo'n nabije passage is sinds de verschijningen in 374 en 837 niet meer voorgekomen.

Helaas is ook dan de zichtbaarheid van komeet Halley vanaf het noordelijk halfrond erg slecht. Op 7 mei 2134, de dag van de dichtste nadering tot de aarde, bedraagt de declinatie van de komeet -77°. Dat betekent dat komeet Halley de periode rond zijn dichtste nadering tot de aarde alleen op het zuidelijk halfrond zichtbaar zal zijn. Daar komt nog bij dat de dichtste nadering ongeveer rond Volle Maan zal plaatsvinden. Maar onze achter-achter-kleinkinderen zullen alle gelegenheid hebben zich uitgebreid voor te bereiden op dit sterrenkundig spektakel.


Terug naar de woordenlijst

...
Partnersites
De Jongenenwerkgroep voor Sterrenkunde. Vereniging voor 8 t/m 20 jarige met sterrenkunde als hobby.
Sterrenkijker.nl geeft informatie over sterrenkijker, telescopen, verrekijkers, enz.
Informatie over alle sterrenbeelden.
Pagina over deepskyobjecten
Prachtige site over zonsverduisteringen
De Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Weer- en Sterrenkunde. Al meer dan 100 jaar het centrum voor amateursterrenkunde.
Www.astronomie.nl. Verzorgd door de Nederlandse Onderzoeksschool voor Astronomie
Stichting UniVersum is een stichting ter promotie van de (amateur)sterrenkunde. Zij is o.a. uitgeefster van veel sterrenkundig materiaal
Zenit is het sterrenkundig tijdschrift voor de amateurastronoom
Veel sterrenkundige nieuwtjes vind je hier.
Veel sterrenkundige info.
Universiteit Utrecht, faculteit Natuur & Sterrenkunde Valid XHTML 1.0! Valid CSS!