Equinoctium
Met equinoctium bedoelen we het tijdstip waarop het middel
punt van de zon op de hemelevenaar staat. De aarde draait in
één jaar om de zon. We zien de zon steeds in een andere
richting tussen de sterren staan. In de loop van het jaar
beschrijft hij een grote cirkel aan de hemel. Die cirkel
heet de
ecliptica of
zonsweg. Tijdens deze tocht over die
ecliptica komt de zon tweemaal per jaar op de hemelevenaar
(dat is de denkbeeldige lijn die de hemelbol in een noorde
lijke en een zuidelijke helft verdeelt) te staan. Overal
op aarde duren de dag en de nacht dan precies even lang.
Het woord equinoctium komt uit het Latijn. Het betekent zo
veel als: gelijke nacht. Het ene equinoctium is het begin
van de lente. Dat is op 21 maart. Het andere op 23 september,
bij het begin van de herfst. Een Nederlandse naam die wel
eens voor equinoctium wordt gebruikt is
dag-en-nacht-evening.
Het punt waar de zon staat bij het begin van de lente noemen
we
lentepunt of
lente-equinox. Het lentepunt ligt in het
sterrenbeeld Vissen. Het punt waar de zon staat bij het
begin van de herfst heet natuurlijk
herfstpunt of
herfst
equinox. Dat punt ligt in het sterrenbeeld Maagd.
Zo kennen we ook een
zomerpunt en een
winterpunt. Het zomer
punt is natuurlijk het punt waar de zon staat bij het begin
van de zomer. In dat punt heeft de zon zijn grootste noorde
lijke afstand tot de hemelevenaar bereikt. Als de zon in
het zuiden staat bevindt hij zich in ons land maar liefst
75« graad boven de horizon. Het punt waar de zon staat bij
het begin van de winter heet het winterpunt. In dat punt
bereikt de zon zijn grootste zuidelijke afstand tot de
hemelevenaar. Als de zon nu in het zuiden staat bevindt
hij zich slechts 28« graad boven de horizon.