Sterrenkunde.nl Sterrenkunde in Nederland
Sterrenkunde.nl wordt verzorgd door de JongerenWerkGroep voor Sterrenkunde
Maan
Huidige maanfase

Aarde


De aarde vanuit de ruimte
De aarde vanuit de ruimte

De aarde is één van de negen planeten van ons zonnestelsel.

Alle planeten bestaan hoofdzakelijk uit vaste stoffen. Dat is één van de verschillen tussen een ster en een planeet. Een ster is een grote gloeiende gasbol!

Een planeet straalt zelf geen licht uit. Net als alle andere planeten ontvangt de aarde licht en warmte van de zon. Wel kaatst een planeet zonlicht terug.

Daarom kunnen wij 's avonds vaak de maan en de planeten aan de hemel zien staan. Als je in een donkere kamer een voorwerp met een zaklantaarn verlicht, zie je dat voorwerp. Dat voorwerp geeft zelf geen licht, maar kaatst alleen het licht van je zaklantaarn terug.

Om de aarde heen zit een dikke luchtlaag. Deze luchtlaag noemen we de dampkring of atmosfeer. De dampkring bestaat voornamelijk uit stikstof en zuurstof. De zuurstof hebben we nodig om te leven.

Onze dampkring is ook om andere redenen erg belangrijk. Ze verspreidt de warmte en het licht die we van de zon ontvangen. Daarom wordt het op aarde nooit zo erg warm als op de maan. De as van de aarde is een denkbeeldige lijn die van de zuid-pool van de aarde door het middelpunt naar de noordpool loopt. De aardas staat ten opzichte van de zon een beetje schuin. Dat is erg belangrijk, want hierdoor ontstaan de seizoenen.

Misschien heb je op school geleerd dat de zon altijd opkomt in het oosten en ondergaat in het westen. Dat is niet helemaal juist. Alleen bij het begin van de lente en het begin van de herfst komt de zon precies in het oosten op en gaat zij precies in het westen onder. Bij het begin van de zomer komt de zon op in het noordoosten en gaat zij onder in het noordwesten. Bij het begin van de winter komt de zon in het zuidoosten op. Zij gaat dan onder in het zuidwesten.

De aarde draait om zijn as. Om één keer helemaal rond te draaien heeft de aarde 23 uur, 56 minuten en 4 seconden nodig.

Hé, dat is toch vreemd! Eén dag duurt toch precies 24 uur! Het verschil komt doordat de aarde niet alleen om zijn as draait maar ook om de zon. Na 23 uur, 56 minuten en 4 seconden staan de sterren weer op dezelfde plaats aan de hemel. Die tijd noemen we daarom ook wel een sterredag. Soms kom je hiervoor de benaming siderische rotatieperiode tegen.

Dat betekent precies hetzelfde.

Zoals gezegd staan de sterren na 23 uur, 56 minuten en 4 seconden op dezelfde plaats aan de hemel. De zon echter nog niet. Doordat de aarde inmiddels ook een stukje verder in zijn baan om de zon is gekomen moeten we nog 3 minuten en 56 seconden wachten voordat de zon precies op dezelfde plaats staat. Het tijdsverloop van 24 uur wordt ook wel één zonnedag genoemd. In precies één jaar draait de aarde eenmaal om de zon.

De afstand tussen de aarde en de zon is niet altijd hetzelfde. Dat komt doordat de baan van de aarde geen
mooie cirkel is. De cirkel is een beetje uitgerekt. Zo'n uitgerekte cirkel noemen we een ellips.

In de winter staat de aarde het dichtst bij de zon. Het punt waar de aarde dan staat noemen we het perihelium (peri betekent dichtbij, en helios betekent zon). Het perihelium is dus het punt in de baan van een planeet waar de afstand tot de zon het kleinst is. Het tegen-overgestelde punt heet het aphelium (apo betekent veraf).

Het aphelium is het punt waar de afstand tot de zon dus het grootst is.Dat de aarde juist in de winter het dichtst bij de zon staat verbaast je misschien. Toch is het echt waar. Maar de seizoenen ontstaan ook niet doordat de afstand aarde - zon niet altijd hetzelfde is. Zóveel scheelt dat ook niet. Nee, de seizoenen ontstaan door de schuine stand van de aardas, weet je nog wel?

Als de aarde in het perihelium staat bedraagt de afstand tot de zon 147,1 miljoen kilometer (kleinste afstand). In
het aphelium is de afstand 152,1 miljoen kilometer (grootste afstand).

De gemiddelde afstand aarde - zon bedraagt 149,6 miljoen kilometer. Deze afstand wordt één astronomische eenheid genoemd. Dit wordt vaak afgekort tot A.E. of a.e. In de sterrenkunde is een afstand van zo'n 150 miljoen km erg weinig. Toch heeft een auto die alsmaar 100 km/uur rijdt maar liefst 170 jaar nodig om een afstand van 150 miljoen km af te leggen. Zelfs het licht, dat een snelheid heeft van 300.000 kilometer per seconde, doet er al meer dan acht minuten over om van de aarde naar de zon te reizen.

De middellijn van de aarde is bij de polen 12.713 km. Dat is de afstand tussen de noordpool en de zuidpool, gemeten langs de aardas. Bij de evenaar is de middellijn groter, namelijk 12.756 km. De aardbol is dus een beetje afgeplat. Bijna iedere planeet heeft een afplatting. De aarde bestaat uit een kern, een mantelen een korst.

Doorsnede van de aarde
Doorsnede van de aarde

Het binnenste van de aarde noemen we de kern. Daar omheen ligt de mantel. In de kern is het erg heet. Waarschijnlijk wel drieduizend graden. De kern bestaat voornamelijk uit nikkel en ijzer. Er zijn ook nog wat andere metalen. Het binnenste deel van de kern is waarschijnlijk vast. Het buitenste deel is vloeibaar.

In de mantel is het wat minder heet. Ongeveer tweeduizend graden. De mantel bestaat uit verschillende soorten gesteenten. Het allerbuitenste laagje van de aarde heet de korst. Deze is erg dun. Onder de diepste oceanen slechts vijf kilometer. Op andere plaatsen kan de dikte oplopen tot veertig kilometer.

Een groot gedeelte van de korst is ontstaan door vulkanisme. Bij een vulkaanuitbarsting komt er vloeibaar gesteende uit de aarde. Dat noemen we magma.

Het magma ontstaat in de mantel. Soms wordt het daar namelijk erg heet.

Als het vloeibaar gesteente eenmaal uit de vulkaan is gestroomd, koelt het af. Het wordt dan een deel van de aardkorst. Op plaatsen waar de aardkorst erg dun is komen vaak aardbevingen voor.

Deze ontstaan door plotselinge beweging van één of meerdere lagen van de aardkorst.Bij een aardverschuiving wordt een gedeelte van de aardkorst verplaatst. Zo'n aardverschuiving komt soms in bergachtige streken voor na zware regenval. Ook een aardbeving kan een aardverschuiving veroorzaken. Onder de aardkorst bevindt zich een wat steviger laag. Samen met de korst noemen we die laag de lithosfeer.

De lithosfeer is geen doorlopende laag. Hij bestaat uit een paar hele grote stukken. Die heten de kontinentale platen.Deze platen drijven als het ware op de steenlaag eronder. Dat klinkt nogal gek, maar toch is het mogelijk. Die steenlaag onder de lithosfeer is namelijk een beetje "kneedbaar". Dat komt door de hoge druk en temperatuur. Die laag heet de asthenosfeer. Het is één van de buitenste delen van de aardmantel. Door het drijven van de kontinentale platen komt het, dat de werelddelen niet stil liggen op aarde. Ze verschuiven een beetje. Dat gaat maar heel langzaam. Je merkt er dan ook helemaal niets van!

De aarde werkt als een hele grote magneet. Als je een kompas hebt, kun je dat goed zien. De naald van je kompas wijst in de richting van het noorden.

Dat komt door de magnetische aantrekkingskracht van de aarde. Hoe is die grote aardmagneet nu ontstaan? Dat is erg moeilijk uit te leggen, maar in het kort komt het hier op neer: De aarde draait om zijn as. Maar de binnenste kern van de aarde draait langzamer dan de mantel. Het metaal in de kern zorgt er nu voor, dat er elektrische stromen gaan lopen. Deze elektrische stromen wekken het magnetisme op. De naald van een kompas wijst niet precies naar het noorden, maar naar een punt ergens in het noorden van Canada. Dat punt heet de magnetische noordpool.

Aan de andere kant van de aarde ligt net zo'n punt. Dat is natuurlijk de magnetische zuidpool . Doordat de aarde een magnetisch veld heeft, liggen er
stralingsgordels om de planeet. We noemen die de Van Allen-gordels.

Het zijn gebieden waar veel elektrisch geladen deeltjes voorkomen.

De aarde is ongeveer even oud als de rest van het zonnestelsel. Waarschijnlijk zo'n 4 miljard jaar. Kort na het ontstaan van de aarde was hij heel heet.

Het binnenste was gesmolten.

De metaalkern is ontstaan doordat de zware metalen naar beneden zakten.

Door onder andere de vorming van gebergten en door vulkanisme werd het huidige oppervlak gevormd. Ook ontstond er een atmosfeer.

Maar die zag er toen nog heel anders uit dan nu. Toen de aarde afkoelde, begon het te regenen. En niet zo'n beetje! Miljoenen jaren lang heeft het gegoten. Nog steeds bestaat bijna drie kwart van het aardoppervlak uit zeeën en oceanen. Die zijn toen ontstaan. Je hebt nu, héél in het kort, een theorie gelezen over de ontwikkeling van de aarde. Al weet niemand het zeker, toch denken de meeste geleerden dat het zo ongeveer wel geweest moet zijn.

Er zijn ook theorieën over het ontstaan van leven op onze planeet.

Eén daarvan is de evolutietheorie.

In de oceanen zouden ongeveer 3 miljard jaar geleden kleine levende wezentjes zijn ontstaan. Misschien door de inwerking van bijvoorbeeld de bliksem.

Doordat die ééncellige wezentjes zuurstof afscheidden veranderde heel langzaam de atmosfeer. Een half miljard jaar geleden (dat is dus 500 miljoen jaar geleden) ontwikkelden deze wezentjes zich tot hogere diersoorten.

Intussen waren er ook planten gegroeid. Van de dieren stierven sommige soorten uit. Niemand weet zeker hoe dat gekomen is. Andere dieren zouden zich verder ontwikkeld hebben. Nog maar vrij kort geleden verschenen de eerste holenmensen op het toneel. Nu is de mens de overheersende levensvorm op aarde. Veel dingen in de evolutietheorie zijn nog niet helemaal duidelijk.

Waarschijnlijk zal de theorie nog wel aangepast moeten worden.

De aarde is de enige planeet in het zonnestelsel waar leven op voorkomt.

Dat maakt onze wereld tot een hele bijzondere planeet.

Tenslotte vind je hieronder nog een aantal numerieke gegevens over onze planeet.


gemiddelde afstand tot de zon: 1 AE (149.597.870 km)
kleinste afstand tot de zon: 0,9833 AE (147.101.680 km)
grootste afstand tot de zon: 1,0167 AE (152.098.320 km)
siderische omlooptijd: 1,0000388 jaar
baansnelheid: 29,785 km/sec
equatoriale middellijn: 12.756,274 km
polaire middellijn: 12.713,504 km
afplatting: 1/298.257.224
siderische rotatieduur: 23u 56m 04,1s
massa: 1/332.946 x massa zon
gemiddelde dichtheid: 5,515 gr per kubieke cm
gemiddelde temperatuur: 287 K (14°C)
albedo: 30%
absolute magnitude: -3,86

De siderische omlooptijd is de tijd waarin de planeet de gehele dierenriem doorloopt en op dezelfde plaats terugkomt ten opzichte van dezelfde ster, gezien vanaf de zon.

De siderische rotatieduur van de aarde is de tijd waarin de aarde om haar as draait ten opzichte van de sterren.


De absolute magnitude van een planeet is de helderheid van de planeet als zij op één astronomische eenheid van de zon én tegelijk op één astronomische eenheid van de waarnemer staat.


Terug naar de woordenlijst

...
Partnersites
De Jongenenwerkgroep voor Sterrenkunde. Vereniging voor 8 t/m 20 jarige met sterrenkunde als hobby.
Sterrenkijker.nl geeft informatie over sterrenkijker, telescopen, verrekijkers, enz.
Informatie over alle sterrenbeelden.
Pagina over deepskyobjecten
Prachtige site over zonsverduisteringen
De Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Weer- en Sterrenkunde. Al meer dan 100 jaar het centrum voor amateursterrenkunde.
Www.astronomie.nl. Verzorgd door de Nederlandse Onderzoeksschool voor Astronomie
Stichting UniVersum is een stichting ter promotie van de (amateur)sterrenkunde. Zij is o.a. uitgeefster van veel sterrenkundig materiaal
Zenit is het sterrenkundig tijdschrift voor de amateurastronoom
Veel sterrenkundige nieuwtjes vind je hier.
Veel sterrenkundige info.
Universiteit Utrecht, faculteit Natuur & Sterrenkunde Valid XHTML 1.0! Valid CSS!