Visuele Deepsky Sterrenkunde in Nederland en België Kijk ook eens op www.sterrenkunde.nl
Home
Deepsky objecten
Hulpmiddelen
Technieken
> Voorbereiden
> Zoeken
> Waarnemen
> Beschrijven
> Tekenen
Artikelen
Organisatie
Contact
Interne links zijn groen
Externe links zijn oranje
Tekenen van een object
Een voorbeeld van een "digitale" tekening:
NGC 2392 de Eskimonevel door een 28cm
sterrenkijker, getekend door Bob Hogeveen

Als je eenmaal een deepsky object hebt gevonden en bekeken is het leuk en nuttig dit te noteren. Maar nog leuker is het zelf een tekening te maken van het object zoals je het gezien hebt. En het natekenen van een deepsky object is niet alleen leuk, het helpt je ook meer van het object te zien. Dit doordat je zal proberen zoveel mogelijk details te zien. Als je vaker tekeningen van objecten maakt, krijg je daarnaast vanzelf een mooi boekwerk met tekeningen, waarmee je anderen kunt laten zien hoe het beeld door een sterrenkijker eruit kan zien.
Beschrijvingen en tekeningen kun je tegenwoordig eenvoudig met anderen delen door ze op het waarneemarchief www.deepskylog.be te plaatsen. Je kunt je waarnemingen dan met die van anderen vergelijken, de kwaliteit van je waarnemingen bepalen en zelfs anderen inspireren een bepaald object te bekijken. Alleen maar voordelen dus! Daarom zeggen veel waarnemers zelfs: Niet beschreven of nagetekend? Niet gezien dus!

Bijbehorende link:
Drawing the Deepsky - Door Fred Hissink.

Verschillende methodes

Een tekening maken van een deepsky object kan op verschillende manieren. Je kan er voor kiezen de tekening zoveel mogelijk te voltooien tijdens het waarnemen of je kan de schets de volgende dag verder uitwerken. Daarnaast bestaan er ook meerdere technieken om een tekening te maken: je kan een tekening maken op zwart papier of wit papier of een schets maken en die de volgende dag proberen na te maken met een computer tekenprogramma. Elke manier heeft zijn voor- en nadelen.

  • Zwart op wit. Een tekening maken met wit tekengerei op een zwarte achtergrond is esthetisch zonder twijfel de mooiste techniek. Na veel werk kun je een prachtige realistische tekening krijgen. Het is wel een vrij moeilijke en tijdrovende manier die wat ervaring vereist.
  • Wit op zwart. Door met zwart tekengerei op een te witte achtergrond te werken krijg een negatief beeld. Je krijgt dan dus geen realistische tekening. Dit is esthetisch natuurlijk minder mooi dan een witte tekening op een zwarte achtergrond. Daar staat tegenover dat deze techniek wel eenvoudiger is. Ook kan er tegenwoordig vrij eenvoudig alsnog een positieve (wit op zwart) versie van gemaakt worden. Met een computer en scanner kan de tekening immers gescand worden om vervolgens de digitale tekening met een foto bewerkingsprogramma te inverteren. Een gescande foto zal echter nooit zo mooi worden als het origineel.
  • Digitaal. Tegenwoordig is het ook goed mogelijk op de computer een tekening te maken. Hiertoe maak je tijdens het waarnemen eerst een goede schets. De volgende dag kun je deze tekening vervolgens scannen met een computer en daarna bewerken. Als je geen scanner hebt kun je ook proberen de tekening geheel na te maken op de computer.
    Deze werkwijze lijkt misschien niet zo interessant, maar hij heeft een aantal voordelen. Een belangrijk voordeel is dat je met de computer mooie helderheidovergangen kunt tekenen. Wanneer je een echte tekening maakt is het moeilijker dit te doen zonder dat je schijnbare nuances of details intekent die je helemaal niet gezien hebt. Een digitale tekening ziet er daardoor misschien wat karakterloos uit, maar geeft vaak wel goed weer wat je daadwerkelijk gezien hebt. Een tweede voordeel van digitaal bewerken is dat je wat slordiger te werk kunt gaan achter de sterrenkijker. Fouten kunnen immers achteraf eenvoudig digitaal verwijderd worden.
    Maar er zijn ook nadelen. Ten eerste moet je redelijk wat kennis van computers hebben om tot een mooie tekening te komen. Daarnaast kan het zeer moeilijk zijn bepaalde details digitaal te tekenen. Tenslotte worden je tekeningen wat zielloos. Na jaren van ploeteren heb je geen mooi boekwerk met tekeningen, maar slechts een mapje op je computer
Benodigdheden
Een voorbeeld van een "wit op zwart" tekening:
De bolvormige sterrenhoop M92 door een 25cm
sterrenkijker, getekend door Wes Stone


Voor het natekenen van objecten heb je enkele hulpmiddelen nodig. Neem deze al mee naar buiten bij aanvang van het waarnemen. Als je anders weer naar binnen moet worden je ogen onnodig verpest door het felle kamerlicht.

Aan de slag

Als je net begint met het natekenen van objecten, kun je beter met een makkelijk object beginnen. Sommige objecten zijn namelijk zoveel werk om te tekenen dat je als beginner nooit alle details zult kunnen vastleggen die je door de sterrenkijker kunt zien. En dat blijkt vaak pas al tekenend. Pas dan zul je erachter komen hoeveel details er wel te zien zijn.
Hoe moeilijk het is een object na te tekenen zal ook afhangen van de grootte van de gebruikte sterrenkijker. In een
grote sterrenkijker zijn immers veel meer details zichtbaar. Dan is het echt aan te raden eerst met een makkelijk object te beginnen. Bijvoorbeeld planetaire nevels of kleine open sterrenhopen. En heb je eenmaal een aantal tekeningen gemaakt, dan kun je langzamerhand overstappen naar moeilijkere objecten.
Het natekenen van een object gaat in drie stappen:

  • Grote lijnen. De eerste stap is het intekenen van de grote lijnen, de helderste sterren in het beeldveld. Dit is een belangrijke stap, omdat dit nauwkeurig moet gebeuren. De kleinere details zul je later plaatsen t.o.v. deze helderste sterren. Plaats je de helderste sterren niet correct, dan zal je tekening niet goed uitkomen en zul je opnieuw moeten beginnen. Het plaatsen van sterren kun je het beste doen door te kijken naar figuren in het beeldveld zoals driehoeken, dubbelsterren, trapezia en dergelijke. Probeer deze figuren na te tekenen door te kijken hoe de zijden zich verhouden. Het tekenen van sterren kun je trouwens goed doen door met een scherp zwart of wit potlood een rondje tekenen, waarbij de grootte de helderheid van de ster weergeeft. Druk hierbij niet te hard op het papier, zodat je de ster eventueel nog uit kunt gummen. Naderhand kun je ze eventueel overtekenen met een zwarte fineliner, met witte inkt of met witte plakkaatverf en een heel dun penseel.
  • Zwakke sterren. Als je door het hele beeldveld de opvallendste sterren hebt ingetekend, kun je vervolgens de zwakkere sterren gaan plaatsen. Het aantal sterren dat je intekent is echter persoonlijk. Dit kan immers veel tijd kosten en misschien ga je liever het eigenlijke object natekenen.
  • Details. Tenslotte het object zelf. Bij het natekenen van objecten gaat het er vooral om de indruk van het object in een tekening te benaderen. Begin met een lichte schets van het object en let op dat je het object goed plaatst en de juiste grootte heeft t.o.v. de ingetekende sterren. Om egale of langzaam in helderheid verlopende gebieden te tekenen kun je de “vlekmethode” gebruiken: breng wat potloodgrafiet of pastelkrijt op het papier aan en maak hiervan vervolgens een vlek met je vinger of met vlekkenpen.
    Na de eerste schets kun je langzamerhand steeds gedetailleerder te werk gaan. Ga niet direct zo gedetailleerd mogelijk te werk, want dan loop je de kans dat je je teveel op een klein gebied concentreert en dat je de grootte van deze details onjuist intekent t.o.v. de rest van het object.
    Als je klaar bent met je tekening is het aan te raden nog twee pijltjes in de tekening te plaatsen die de richtingen Noord (richting poolster) en Oost (de richting waar de sterren vandaan lijken te komen bij niet volgen) aangeven. Op die manier kun je je tekening later beter vergelijken met andere tekeningen en foto’s van het object.
Tips voor verschillende soorten objecten
Een voorbeeld van een "zwart op wit" tekening:
M51 de Draaikolknevel, door een 20cm sterrenkijker
getekend door Jere Kahanpää

Het natekenen van verschillende soorten objecten heeft vaak een eigen benadering. Hier volgen tips voor het natekenen van verschillende soorten.
  • Open sterrenhopen. Een open sterrenhoop natekenen lijkt een moeilijke opgave als je al die sterren in je beeldveld ziet. En niet onterecht. Begin daarom niet meteen een sterrenhoop als de dubbele open sterrenhoop in Perseus, maar met een kleiner object. Begin bij deze objecten de heldere opvallende sterren en opvallende groepjes in te tekenen en ga daarna zwakkere sterren intekenen. Oriënteer je hierbij steeds op de heldere sterren die je als eerste hebt ingetekend. De positie van de zwakkere sterren is niet erg belangrijk in de tekening. Het gaat meer om hoeveel sterren je gezien hebt en hoe ze zo’n beetje verdeeld zijn.
  • Bolvormige sterrenhopen. Hoe moeilijk het natekenen van een bolvormige sterrenhoop is, is erg afhankelijk van de grootte van de gebruikte sterrenkijker. In een beginners sterrenkijker zien ze eruit als vage vlekjes, maar in een grote sterrenkijker vaak als enorme bollen van honderden of zelfs duizenden sterren. Wanneer je alleen sterren ziet aan de buitenkant van het object, kun je proberen deze sterren een voor een na te tekenen. Bij bolvormige sterrenhopen waar je enorme hoeveelheden sterren ziet is dit niet te doen. Probeer dan vooral de indruk van het object in de tekening te benaderen. Let hierbij ten eerste op de verdeling van de sterren. Of dit mooi egaal is of dat er gedeelten zijn waar sterren dichter op elkaar zitten. Let daarnaast op patronen in de sterren, klonten van sterren of juist lege gebieden. In het buitengebied van het object kun je waarschijnlijk wel de losse sterren een voor een lokaliseren en natekenen.
  • Emissienevels, reflectienevels en supernova restanten. Oplichtende nevels (Emissienevels, Reflectienevels, Supernova restanten) kunnen allerlei vormen hebben. Om deze vormen op papier te krijgen kun je de vlekmethode proberen. Ook bij deze objecten geldt weer: begin met een makkelijke, anders krijg je alle details nooit op papier. Een object als M42 de Orionnevel komt later wel eens, tenzij je maar een kleine sterrenkijker hebt.
  • Donkere nevels. Donkere nevels zijn moeilijk na te bootsen op een tekening. Vaak zijn ze zichtbaar doordat ze afsteken tegen vele zwakke sterren eromheen. Je kunt ervoor kiezen deze allemaal in te tekenen, maar je kunt er ook voor kiezen alleen de opvallende sterren in te tekenen en daarnaast willekeurig sterren in te tekenen, waarbij je alleen de verdeling van de sterren probeert na te bootsen. Het gaat er immers om dat je de indruk en de vorm van de donkere nevel probeert te benaderen.
  • Planetaire nevels. De meeste planetaire nevels zijn vrij eenvoudig te tekenen. Uitstekend dus om mee te beginnen. Planetaire nevels bestaan vaak uit een egale schijf met daarin een centrale ster. De egale schijf zou je kunnen tekenen m.b.v. de vlekmethode.
  • Sterrenstelsels. Veel sterrenstelsels zien eruit als een heldere kern met daaromheen een in helderheid afnemende schijf. Ook hier kan weer de vlekmethode worden toegepast. Een stofband kun je op de tekening krijgen door die gebieden uit te gummen.
Uitwerken van de tekening

Er is veel voor te zeggen de tekening zoveel mogelijk al achter de sterrenkijker te voltooien. Dit zodat je achteraf niet (gewild of ongewild) extra details gaat toevoegen. Maar aanpassingen maken achteraf is wel gebruikelijk. Bijvoorbeeld door te subtiel getekende details aan te dikken. Of door met potlood getekende sterren over te tekenen met een zwarte fineliner, met witte inkt of met witte plakkaatverf en een heel dun penseel. Je zou tijdens het waarnemen ook aantekeningen kunnen maken over eventuele aanpassingen aan de tekening achteraf.
Als je helemaal klaar bent met je tekening is het aan te raden je tekening te beschermen tegen beschadigingen door een laag lak over de waarneming te spuiten. Hiervoor is speciale lak te verkrijgen bij tekenwinkels, maar haarlak voldoet ook. Bedenk wel dat het gebruik van lak de tekening wat donkerder maakt. Ingetekende subtiele details kunnen hierdoor verloren gaan. Vooral als je op een zwarte achtergrond hebt getekend. Probeer dit dus eerst uit op een probeer schets en dik details op je originele tekening eventueel wat aan, zodat ze niet verdwijnen na het aanbrengen van de beschermlaag.

Tekst geschreven door Jeffrey Bout, tenzij anders vermeld. Tekst mag alleen gekopieerd worden met toestemming van de auteur.